Vlooien

Ontwikkeling van vlooien

Een vlo verandert in z’n leven 3 keer van gedaante: ei –> larve –> cocon –> vlo. De volwassen zuigt bloed op een hond of kat. Daarnaast legt ze eitjes in de vacht van het dier. Vlooieneitjes kleven niet, vallen van het dier en komen in zijn omgeving terecht. (mand, tapijt, dekens, vloerspleten, etc.).

Na één tot twee weken komt uit het eitje een larve, die zich meteen verstopt in de omgeving. Larven voeden zich o.a. de uitwerpselen van de volwassen vlo en vervellen drie maal, waarna zij veranderen in een cocon. In warme periodes duurt het popstadium één tot drie weken, als het koud is kan de cocon gemakkelijk enkele maanden overleven.

Onder invloed van trillingen en uitademing van lucht (als een huisdier of mens in de omgeving komt) komen de volwassen vlooien uit de cocon vrij. De volwassen vlo is hongerig en zoekt direct het huisdier of eventueel de mens op. Zodra de vlo voldoende bloed heeft opgezogen begint de cyclus weer opnieuw.

Gevaar voor mens en dier

Vlooien kunnen lastig zijn voor dier en mens als ze prikken (jeuk). Sommige honden en katten zijn overgevoelig voor het speeksel van de vlo (vlooienallergie) en krabben zich kapot. Maar ze kunnen ook allerlei ziektes overdragen, waarvan de meest bekende de lintwormen bij hond en kat zijn.

Bestrijding van vlooien

De bestrijding van vlooien is niet gemakkelijk omdat de parasieten zich zowel op het dier als in de omgeving bevinden. Meestal wordt met bestrijding begonnen, zodra er vlooien worden gevonden op het huisdier. De kans, dat er dan in de omgeving eitjes, larven en poppen aanwezig zijn, is erg groot, maar men neemt deze niet waar. Dierenbezitters hebben vaak uitsluitend oog voor de enkele vlooien op hun huisdier en vergeten, dat dit slechts het topje van de ijsberg is. Zodra er vlooien worden gesignaleerd op hond of kat, is het dus zaak zo snel mogelijk te handelen, om een ware plaag te voorkomen. Het is belangrijk om alle vlooienstadia aan te pakken, dus zowel de volwassen vlooien op het dier als de stadia in zijn omgeving. Voor de bestrijding van beide stadia zijn verschillende producten nodig. Een gecombineerd gebruik is altijd aan te raden. Voor vlooienbehandeling bestaan legio producten. De keuze hieruit is afhankelijk van dier en persoonlijke voorkeur van zijn eigenaar.

Vlooienallergie

Bij een vlooienallergie reageren dieren overgevoelig op het speeksel van een vlo, dat ingespoten wordt wanneer de vlo begint bloed te zuigen. Het speeksel bevat nl. een aantal eiwitten waartegen honden en katten een overgevoeligheid kunnen ontwikkelen. Eén enkele vlooienbeet per week tijd is voldoende om de vlooienallergie in stand te houden. Elke vlooienbeet bij een huisdier met een vlooienallergie is er dus één te veel.

Hierbij is het belangrijk te voorkomen dat vlooien aanwezig zijn op het dier. Dat kan door het preventief gebruik van vlooienproducten. Daarnaast is het van belang de omgeving regelmatig te behandelen met een omgevingsspray. Hiermee wordt de kans op een vlooienplaag en daarmee de kans, dat het dier last krijgt van een vlooienallergie zo veel mogelijk verkleind.

 

Pups en kittens met vlooien

De meeste vlooienbestrijdingsmiddelen hebben een gebruiksbeperking in de leeftijd van de dieren. Waar de leeftijdsgrens ligt is per product verschillend, en hiervoor moet de verpakking worden geraadpleegd. Reden voor de restrictie is het feit, dat de jonge dieren nog niet volwassen zijn, waardoor ze eventueel sommige middelen moeilijker kunnen afbreken en uitscheiden.